Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden

 

Artikel 7
1
Het hoofd van de inrichting stelt, in aanvulling op de bij of krachtens deze wet gestelde regels en met inachtneming van het dienaangaande door Onze Minister vast te stellen model en door deze te geven aanwijzingen, huisregels voor de inrichting of een of meer afdelingen daarvan vast.
2
Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden kan de uitoefening van een bij of krachtens deze wet gestelde bevoegdheid of de naleving van een bij of krachtens deze wet gestelde plicht, met uitzondering van de bevoegdheden en plichten genoemd in het eerste, vierde of vijfde lid, overdragen aan personeelsleden of medewerkers.
3
Het hoofd van de inrichting is, voor zover dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting of een ongestoord verloop van de verpleging, bevoegd aan de verpleegden aanwijzingen te geven. De verpleegden zijn verplicht deze aanwijzingen op te volgen.
4
Voor zover in deze wet niet anders wordt bepaald, zijn aan het hoofd van de inrichting voorbehouden:
a
de beslissingen met betrekking tot plaatsing of voortzetting van het verblijf op een afdeling van intensieve zorg als bedoeld in artikel 32;
b
de separatie of de verlenging van de separatie als bedoeld in artikel 34;
c
een beperking van het recht op onaantastbaarheid van het lichaam als bedoeld in de artikelen 25 tot en met 28;
d
de beslissingen met betrekking tot de onderbrenging van een kind in de inrichting als bedoeld in artikel 47;
e
de beslissingen met betrekking tot disciplinaire straffen als bedoeld in de artikelen 48 en 49.
5
Aan het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden zijn voorbehouden:
a
de voorlopige overplaatsing als bedoeld in artikel 14, tweede lid;
b
de beslissingen met betrekking tot het verlof en proefverlof als bedoeld in artikel 50, onderscheidenlijk artikel 51;
c
de hoorplicht als bedoeld in artikel 53 en de mededelingsplicht als bedoeld in artikel 54, voor zover het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden de desbetreffende beslissing zelf neemt onderscheidenlijk heeft genomen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •